Omslag_EW05 600
Februari 2023

Geen argumenten om bodemenergie de grond in te boren

26 01

Wie een warmtepomp wil laten installeren en niet te duur uit wil zijn, denkt al snel aan lucht als warmtebron. Het algemene beeld is dat de plaatsing van een luchtwarmtepomp makkelijker en goedkoper is en dat graaf- en boorwerkzaamheden veel overlast geven. Toch gaan veel van deze verschillen al lang niet meer op en zijn er andersom genoeg redenen om juist voor een bodemwarmtepomp te kiezen.

De energietransitie, de wil om te verduurzamen, de stijgende gasprijzen. Er zijn tegenwoordig veel redenen om bij het verwarmen en koelen van woningen en andere gebouwen voor een warmtepomp te kiezen. Uiteraard heeft men daarbij de keuze uit talloze verschillende type warmtepompen. Maar algemener gesteld is de eerste vraag: haal je de omgevingsenergie uit de lucht of uit de bodem?
Op het eerste gezicht lijken de argumenten om voor lucht als energiebron te kiezen meer voor de hand te liggen dan die voor bodemenergie. De bodemwarmtepomp vergt een aanzienlijk grotere investering dan een luchtwarmtepomp en dus duurt het ook langer om deze investering terug te verdienen. Bovendien denkt men bij het plaatsen van de bodemwarmtepomp al snel aan de enorme rotzooi die het wordt in de tuin – als er überhaupt al genoeg ruimte is om te kunnen boren of graven.

Alleen maar voordelen

Tot zover het beeld dat vaak wordt geschetst. Gertjan Rehwinkel van Encor, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het boren van bodemenergiesystemen, gekoppeld aan bodemwarmtepompen, ziet dat heel anders. ‘Eigenlijk zijn er alleen maar voordelen ten opzichte van lucht als energiebron’, stelt hij zelfs.
Om te beginnen wijst Rehwinkel op het hoge rendement van een bodemwarmtepomp ten opzichte van een luchtwarmtepomp. De bodemtemperatuur wisselt over het hele jaar gezien – afhankelijk van de diepte – nauwelijks. Dat geldt natuurlijk wel voor de luchttemperatuur. Om die reden is de SCOP (Seasonal Coëfficiënt of Performance) een betere manier om het rendement van de warmtepompen te vergelijken dan de COP. De gemiddelde seizoens-COP van een luchtwarmtepomp ligt tussen de 4,4 en 5,1 – en afhankelijk van de buitentemperatuur soms nog lager - terwijl dat voor een bodemwarmtepomp liefst 5,5 tot 6,0 is.

‘Qua duurzaam­heid scoort een bodem­warmte­pomp altijd beter’

Droger boren

Het genoemde ‘rotzooi’-argument is, als het aan Rehwinkel ligt, in veel gevallen verleden tijd. ‘Daarin proberen wij ons als Encor te onderscheiden. Wij maken gebruik van bovengrondse spoelcontainers die overlast gevende spoelvijvers onnodig maken. Daarnaast hebben we een aantal van onze boorinstallaties uitgerust met een schudzeefsysteem, waardoor we droger kunnen boren.’
Wanneer er meerdere boringen nodig zijn – bijvoorbeeld bij een groot gebouw met veel warmtevraag – is overlast niet altijd te voorkomen. Andersom is het bij nieuwbouwwoningen juist vaak mogelijk om dergelijke overlast tot een minimum te beperken. ‘Zo kunnen we de warmtewisselaar al vóór de bouw van de woningen exact positioneren, zodat de installatieruimte hier uiteindelijk precies bovenop komt te staan.’

Investeringskosten

‘Tegenover de voordelen van bodemenergie staat dat de initiële kosten van het aanleggen van de bron hoger zijn’, erkent Rehwinkel. Dat verschil schuilt vooral in het feit dat er eerst geboord moet worden. ‘Maar het is daarbij ook belangrijk om naar de lange termijn te kijken. Het bodemenergiesysteem kan gezien worden als de basis van de woning en gaat net zo lang mee als bijvoorbeeld de heipalen. Wij bieden installateurs, projectontwikkelaars en bouwondernemers een tool aan, waarmee zij zeer exact kunnen berekenen hoeveel voordeel een bodemwarmtepomp in de loop van de jaren oplevert. De initiële investering is een stuk hoger, maar omdat een bodemwarmtepomp veel minder energie verbruikt, minder onderhoud vergt, een langere levensduur heeft en het rendement zeer voorspelbaar is, zul je uiteindelijk juist veel geld besparen.’
Toch kan het – met name voor particulieren – nog steeds een probleem zijn om het initiële bedrag op tafel te krijgen. Daarom zijn het vooral de grote projecten waar ontwikkelaars en bouwers vaak voor bodemenergie kiezen. ‘Daar zien we in veel gevallen dat projectontwikkelaars het bedrag meenemen in de totale investering. Wanneer ze bijvoorbeeld de totale kosten kunnen delen door een groot aantal woningen, is het juist zeer rendabel om voor bodemenergie te kiezen.’

26 02Door gebruik te maken van bovengrondse spoelcontainers en boorinstallaties met een schudzeefsysteem zorgt een grondboring tegenwoordig nog nauwelijks voor overlast in de tuin.

Luchtwarmte is eenvoudiger

Lambert den Dekker is senior adviseur energietransitie bij adviesbureau DWA. Hij houdt zich bezig met zowel gebouwtechniek als gebiedsontwikkeling en adviseert bij zowel nieuwbouwprojecten als bestaande woningen die van het gas af moeten. Daarbij kan de uitkomst voor de duurzame energiebron de ene keer lucht- en dan juist weer bodemenergie zijn. ‘We kijken altijd naar wat het beste bij het project past. Beide bronnen hebben hun voor- en nadelen’, stelt hij. ‘Luchtwarmtepompen zijn relatief wat eenvoudiger. Je koopt één product waar alles in zit en je hoeft er alleen nog op te letten of je het toestel goed kwijt kunt en dat het aansluit op de woninginstallatie. En we zien voor dit type warmtepomp steeds meer standaardoplossingen, waarbij bijvoorbeeld geluidsoverlast tegenwoordig geen groot probleem meer hoeft te zijn. Ik snap daarom best dat projectontwikkelaars in de nieuwbouw gemakkelijk voor lucht als bron kiezen.’

Duurzaamheidsargument

Over het terugverdienen van de investering in een bodemwarmtepomp, zijn Den Dekker en Rehwinkel het niet eens. ‘Over de gehele levensduur zullen de kosten en opbrengsten van een installatiesysteem met lucht- of bodemenergie ongeveer gelijk uitkomen. Maar veel eerder dan de levensduur zul je de meerinvestering in een bodemwarmtepomp niet terugverdienen’, stelt Den Dekker. ‘Daar komt nog bij dat de warmtevraag in goed geïsoleerde nieuwbouwwoningen steeds lager is. In de som van de totale kosten gaat het tegenwoordig dus veel eerder om de hoogte van de investering dan om de energiekosten.’ Rehwinkel wijst op de Bereken Uw Voordeel-tool van Encor (zie kader).
Ervan uitgaande dat de TCO (Total Cost of Ownership) van een lucht- en bodemwarmtepomp ongeveer gelijk is, zoals Den Dekker stelt, komt de keuze volgens hem op andere factoren aan. ‘Dat kan bijvoorbeeld het duurzaamheidsaspect zijn. Qua duurzaamheid scoort een bodemwarmtepomp namelijk altijd beter. Dat scheelt, afhankelijk van de warmtevraag, enkele honderden kWh per jaar’, zegt Den Dekker.

Natuurlijke koeling

Daarnaast noemt Den Dekker nog een ander belangrijk argument vóór de bodemwarmtepomp. ‘Zeker bij nieuwbouw neemt de koudevraag toe. Het klimaat verandert, de zomers worden warmer en tegelijkertijd zijn onze woningen steeds beter geïsoleerd. De warmte die de woning binnenkomt, blijft langer hangen. De behoefte aan koeling wordt daardoor steeds groter.’
Die ontwikkeling pleit in het voordeel van bodemenergiesystemen, die in de zomer kunnen overschakelen op natuurlijke koeling.' De koude uit de bodem wordt dan gebruikt om het huis te koelen, zonder dat de warmtepomp veel werk hoeft te doen. En wordt voor koeling dus weinig energie verbruikt. ‘Door de stijgende vraag naar koeling wordt het voordeel van bodemenergie op die manier wel steeds groter.’

‘Door stijgende vraag naar koeling wordt voordeel bodemenergie steeds groter.’

Vooronderzoek en beperkingen

Belangrijk bij de keuze voor bodemenergie is grondig vooronderzoek. ‘Om te beginnen kijken we naar de locatie zelf’, legt Rehwinkel uit. ‘We kijken naar de aanwezige grondsoorten, eventuele andere nabije boringen en beperkingen die de provincie mogelijk heeft opgelegd. Zo gaan er in Brabant mogelijk strenge restricties gelden voor het boren van bronnen, omdat de drinkwatervoorziening gevaar zou lopen. Dat is vervelend, omdat wij er als sector van zijn overtuigd dat we helemaal geen schade aanrichten in de bodem door de zeer zorgvuldige afdichting die we tussen de bodemlagen aanbrengen.’

Multicriteria-analyse

‘Wie lucht- en bodemenergie als bron met elkaar gaat vergelijken, merkt dat er veel kanten aan het verhaal zitten. Dat maakt het lastig om een goede keuze te maken’, vat Den Dekker samen. De keuze hangt volgens hem altijd af van de individuele situatie. ‘Het is een soort multicriteria-analyse die we per project en per vraagstuk opnieuw maken. Afhankelijk van welke criteria iemand het belangrijkst vindt, komen we dan op een bepaalde keuze uit.’
Wel zijn – zoals ook Rehwinkel al stelde – voornamelijk grote projecten bij uitstek geschikt voor bodemenergiesystemen. ‘Hoe meer woningen en hoe compacter op elkaar gebouwd, hoe aantrekkelijker bodemenergie wordt’, specificeert Den Dekker. ‘Denk bijvoorbeeld aan appartementencomplexen. Daar is het al snel voordeliger om voor bodemwarmte te kiezen. Maar ook dan kom je weer voor nieuwe afwegingen te staan: kies je voor een collectief warmtepompsysteem, met een of twee grote toestellen, van waaruit je warmte gaat distribueren naar de afzonderlijke woningen? Of zet je in iedere woning een aparte warmtepomp die door een aansluiting op het leidingnet met bronwater wordt gevoed? Ook die keuzes kunnen weer per project verschillen.’

Toekomst van de bodemwarmtepomp

Ondanks de ogenschijnlijke voordelen van de luchtwarmtepomp, zijn er dus ook genoeg redenen om juist voor bodemenergie te kiezen. ‘Het is beslist niet zo dat lucht als energiebron het gebruik van bodemenergie uit het speelveld verdrijft. Ook in de toekomst zullen beide systemen gewoon naast elkaar blijven bestaan’, verzekert Den Dekker. ‘Zeker in de hoogbouw zal de bodemwarmtepomp een goede plek behouden. En door de toenemende koudevraag zal bodemenergie in de toekomst ook in andere situaties alleen nog maar aantrekkelijker worden.’

Bereken Uw Voordeel-tool

Encor biedt klanten een tool aan waarmee zij kunnen berekenen hoe voordelig hun keuze voor bodemenergie over de lange termijn zal uitpakken. Na het invullen van enkele gegevens over het huis stuurt Encor een calculatie, inclusief vooronderzoek. De tool is te vinden op encor.nl/bereken-uw-voordeel

Tekst: Lars van Mil
Fotografie: Encor en Linda Kindt